Schulden bij gepensioneerden: gemiddeld €132.600 per huishouden

Wat deze cijfers voor jou betekenen

De gegevens van het CBS tonen aan dat ruim 16% van de AOW’ers in 2023 schulden had, met een gezamenlijke schuld van € 155,5 miljard; voor jou betekent dit dat de uitkomst van € 132.600 per huishouden als gemiddeld beeld misleidend kan zijn omdat de mediaan op € 70.000 ligt — de helft van de huishoudens heeft dus minder dan € 70.000 schuld terwijl een relatief kleine groep veel zwaarder belast is.

Met name hypotheek- en studieschulden werken uiteenlopend door in je financiële ruimte: de gemiddelde hypotheekschuld bedraagt € 127.900 en de gemiddelde studieschuld € 19.100, terwijl aan de activa-kant bank- en spaartegoeden gemiddeld € 73.400 zijn en het woningvermogen gemiddeld € 470.400 (mediaan € 410.500). Voor jouw koopkracht en het maximale leenbedrag kan die combinatie van schuld en vermogen het verschil betekenen tussen voldoende financiële ruimte of juist een sterk beperkte bestedingsruimte.

De schuldenlast van gepensioneerden: cijfers en feiten

Gemiddelde en mediane schulden

Gemiddeld heeft een huishouden met AOW volgens het CBS een totale schuld van €132.600. In 2023 zat ruim 16% van de AOW’ers in de schulden, met een gezamenlijke schuld van €155,5 miljard; de hypotheekschuld vormt daar met gemiddeld €127.900 het grootste aandeel, terwijl de gemiddelde studieschuld slechts €19.100 bedraagt. Voor jouw leencapaciteit en maandelijkse bestedingsruimte maakt dit verschil: hypothecaire lasten drukken zwaarder dan losse studieschulden.

De mediaan toont een ander beeld: de mediane totale schuld ligt op €70.000, wat aangeeft dat de verdeling sterk scheef is en dat veel huishoudens veel minder schulden hebben dan het gemiddelde suggereert. Bij jou of iemand die je kent kan dit betekenen dat je óf schuldenvrij bent óf juist te maken hebt met een relatief grote uitstaande hypotheek; die spreiding verklaart waarom gemiddelden niet altijd jouw situatie weerspiegelen.

Verdeling van de schulden tussen verschillende soorten

Hypotheekschulden domineren bij pensionado’s en verklaren het grootste deel van de totale schuldpositie; gemiddeld is dat dus €127.900 per huishouden. Studieschulden blijven beperkt tot gemiddeld €19.100, terwijl consumptieve kredieten en rekening-courantstand vaak lager zijn maar wel direct effect hebben op jouw maandelijkse cashflow en betaalcomfort.

Bank- en spaartegoeden staan tegenover deze schulden: het gemiddelde saldo is €73.400 per huishouden, de mediaan €33.600. Gemiddeld vermogen uit de eigen woning bedraagt €470.400 met een mediane waarde van €410.500, maar dat vermogen zit vast in stenen en compenseert jouw maandelijkse hypotheekverplichtingen niet direct; je kunt dus ogenschijnlijk vermogend zijn en tegelijk een beperkte bestedingsruimte hebben.

Hypotheek- en studieschulden: een verontrustende combinatie

Hypotheekschulden van AOW’ers

Veel AOW’ers zitten nog met een aanzienlijke hypotheekschuld; volgens het CBS ligt de gemiddelde hypotheekschuld op €127.900. Voor u betekent dat dat een groot deel van uw vaste inkomen al vastligt in rente- en aflossingsverplichtingen, waardoor de bestedingsruimte scherp beperkt wordt ondanks het gemiddelde woningvermogen van ruim €470.400.

De combinatie van een vaste, vaak beperkte AOW-uitkering en een hoge hypotheek maakt dat uw mogelijkheden om te verhuizen, restschulden af te lossen of te investeren in zorg- of woningaanpassingen flink afnemen. Met ruim 16% van de AOW’ers in de schulden en een totale gezamenlijke schuld van €155,5 miljard, wordt duidelijk dat hypotheeklasten onder gepensioneerden een structureel risico vormen voor financiële zelfstandigheid.

Het bestaan van studieschulden onder gepensioneerden

Zowel onverwacht als zorgwekkend is dat de gemiddelde studieschuld bij pensionado’s nog altijd op €19.100 staat; het laagste bedrag van alle schuldtypen, maar voor u kan zo’n restantstudieschuld het verschil maken tussen netto-overschot en tekorten. Studieschulden beperken uw leencapaciteit en verminderen de marge voor onvoorziene uitgaven, zelfs als de bedragen relatief bescheiden lijken.

In praktijksituaties ziet u regelmatig dat AOW’ers zowel een hypotheek als een studieschuld tegelijk dragen; optelsom van de gemiddelden komt neer op ongeveer €147.000. Zulke gecombineerde schulden vergroten de kans op liquiditeitsproblemen, zeker wanneer rente en levensonderhoud stijgen of medische kosten zich aandienen.

Als extra nuance: studieschulden bij gepensioneerden ontstaan soms doordat mensen later in het leven een studie volgden, leningen niet volledig konden aflossen door inkomensschommelingen of door partnerverlies. Voor u als huishouden betekent dit dat zelfs een relatief kleine studieschuld uw opties bij herfinanciering of verkoop van de woning kan beperken, omdat kredietverstrekkers uw totale schuldenlast meewegen bij beslissingen over maximale leenbedragen.

De impact van schulden op de levensstandaard

Ruim 16% van de AOW’ers zit in de schulden en de gezamenlijke schuld bedroeg in 2023 €155,5 miljard; dat vertaalt zich voor veel huishoudens direct in gekrompen bestedingsruimte. Heb je bijvoorbeeld de gemiddelde schuld van €132.600 en een gemiddeld banksaldo van €73.400, dan blijft er effectief een netto-schuld van ongeveer €59.200 over die je maandelijkse uitgaven en onverwachte kosten flink kan beperken.

Sommige posten wegen zwaarder dan andere: een gemiddelde hypotheekschuld van €127.900 slokt veel draagkracht op, terwijl een gemiddelde studieschuld van €19.100 relatief kleiner is maar nog steeds ruim een kwart van het gemiddelde spaarsaldo kan opeisen. Omdat de mediaan van de totale schuld op €70.000 ligt, ervaar jij óf relatief weinig last van schulden óf juist een aanzienlijke druk op jouw levensstandaard, afhankelijk van waar je in die verdeling valt.

Bestedingsruimte en financiële opties

Een vaste AOW-uitkering betekent dat elke schuldverplichting direct concurreert met dagelijkse uitgaven; je beschikbare cashflow daalt als je maandelijkse aflossingen en rentekosten doorlopen. Met minder dan de mediane spaarbuffer van €33.600 kun je snel in de problemen komen bij plotselinge kosten, waardoor je eerder geneigd bent om te beknibbelen op zorg, onderhoud of sociale uitgaven.

Praktische opties die je kunt overwegen zijn het consolideren van dure schulden, het benutten van de overwaarde van je woning om hoge rente te vervangen (mits haalbaar), of het inschakelen van schuldhulpverlening voor een reëel aflossingsplan. Verkoop van de woning om overwaarde vrij te maken is voor sommige pensionado’s een effectieve stap: het gemiddelde woningvermogen van €470.400 laat zien dat er vaak ruimte is om hypotheek en andere schulden af te lossen en daarmee je bestedingsruimte te herstellen.

De rol van schulden bij het kopen van nieuwe woningen

Schulden beperken jouw mogelijkheid om een nieuwe woning te kopen doordat kredietverstrekkers je bestaande verplichtingen meetellen bij de toetsing. Als jouw totale schuldstructuur in de buurt komt van het gemiddelde (€132.600) of hoger, zal het maximale leenbedrag dat je nog kunt krijgen aanzienlijk lager uitvallen, wat de kans op een succesvolle aankoop flink verkleint.

Bij verhuizing worden zowel hypotheekschulden als eventuele studieschulden meegenomen in de berekening van de leencapaciteit; dat betekent dat zelfs een relatief kleine studieschuld van €19.100 je mobiliteit kan beperken wanneer je al een hypotheek van gemiddeld €127.900 draagt. Banken kijken daarnaast naar leeftijd en resterende looptijd, waardoor jouw AOW-inkomen en schulden samen vaak tot striktere voorwaarden leiden.

Meer info: een optie die in sommige gevallen wordt toegepast is het benutten van woningoverwaarde via bijvoorbeeld een omgekeerde hypotheek om schulden af te lossen en liquiditeit te creëren, maar dit brengt risico’s met zich mee voor erfgenamen en maandelijkse lasten. Laat je door een financieel adviseur doorrekenen welke keuze—verkopen en kleiner wonen, herfinanciering, of schuldregelingen—het beste jouw koopkansen en levensstandaard beschermt.

Vermogen van gepensioneerden: de andere kant van de medaille

Aan de ene kant zie je dat spaargelden en onroerend goed flink tegenwicht bieden aan schulden; gemiddeld €73.400 aan bank- en spaartegoeden en een gemiddeld woningvermogen van €470.400 per huishouden. Voor jou betekent dit dat vermogen vaak niet gelijk staat aan beschikbaar inkomen: terwijl het gemiddelde vermogen hoog lijkt, ligt de mediaan van spaartegoeden op slechts €33.600, wat aangeeft dat minimaal de helft van de AOW’ers minder liquide middelen heeft.

Met een gemiddelde hypotheekschuld van €127.900 en een gemiddelde totale schuld van €132.600 per huishouden ontstaat bij veel gepensioneerden een situatie van asset-rich maar cash-poor. Als jouw woning het grootste deel van je vermogen vormt, bepaalt die vastgoedwaarde in sterke mate je nettovermogen en de mogelijkheden om schulden te herstructureren of onverwachte kosten op te vangen.

Spaargelden en banktegoeden

Gemiddeld beschik je als huishouden met een AOW’er over €73.400 op spaar- en betaalrekeningen, maar de mediaan van €33.600 toont dat veel huishoudens aanzienlijk minder liquide reserves hebben. Stel je voor dat je een onverwachte reparatie van €7.000 moet betalen; voor een groot deel van de groep is dat een substantieel deel van het beschikbare spaargeld en kan dat leiden tot extra leningen of het tijdelijk verlagen van uitgaven.

Voor jou werkt een buffer van drie tot zes maanden vaste lasten vaak preventief tegen nieuwe schulden, maar veel AOW’ers hebben die buffer niet. In combinatie met de stijgende kosten van zorg en energie betekent dit dat zelfs relatief kleine tegenvallers snel je bestedingsruimte en financiële zekerheid onder druk kunnen zetten.

Waarde van onroerend goed en de eigen woning

De eigen woning vormt voor veel gepensioneerden de grootste rijkdomsvormer: het CBS noteert een gemiddeld woningvermogen van €470.400 en een mediane waarde rond €410.500. Trek je daar de gemiddelde hypotheekschuld van €127.900 vanaf, dan resteert er gemiddeld ongeveer €342.500 netto aan woningvermogen — vermogen dat op papier veilig staat maar niet direct inzetbaar is voor dagelijkse uitgaven.

Voor jou kan die netto waarde meerdere opties bieden: verkopen en kleiner wonen, een tweede hypotheek of een omgekeerde hypotheek (woningruil of verzilvering) om liquiditeit te creëren. Elk van deze keuzes brengt fiscale, notariële en marktrisico’s met zich mee; de keuze hangt sterk af van je leeftijd, resterende hypotheekrente en lokale woningmarkt.

Rekenvoorbeeld: woon je in een huis met een marktwaarde van €350.000 en een resterende hypotheek van €120.000, dan blijft er €230.000 netto over — voldoende om schulden mee af te lossen, maar mogelijk niet zonder gevolgen voor je woonsituatie of maandelijkse lasten als je besluit te verkassen of te vervreemden. Houd rekening met overdrachtskosten, makelaarskosten en eventuele fiscale consequenties bij het omzetten van woningvermogen naar vrij besteedbaar inkomen.

De financiële paradox: schulden versus vermogen

Hoe onvoldoende schulden een schijnveiligheid biedt

Jouw ogenschijnlijke rust kan bedriegen: hoewel het gemiddelde banksaldo van AOW’ers € 73.400 bedraagt, ligt de mediaan op slechts € 33.600, wat betekent dat minstens de helft van de gepensioneerden minder liquide middelen heeft dan dat. Tegelijkertijd zat ruim 16% van de AOW’ers in 2023 in de schulden, waardoor een klein onverwacht kostenpostje — bijvoorbeeld een medische ingreep van € 5.000 — snel je buffer kan opsouperen.

Veel vermogen zit vast in stenen: het gemiddelde vermogen uit eigen woning bedraagt € 470.400, maar dat maakt je niet meteen liquide. Een resterende hypotheek van gemiddeld € 127.900 beperkt de manoeuvreerruimte, en ook een gemiddelde studieschuld van € 19.100 bij sommige pensionado’s kan jouw maandelijkse lasten continueren.

De ongelijkheid in de financiën van gepensioneerden

De kloof tussen gemiddelden en medianen toont de ongelijkheid: de gemiddelde schuld van AOW’ers is € 132.600, terwijl de mediaan op € 70.000 ligt — een indicatie dat een relatief kleine groep zeer hoge schulden heeft en de rest veel minder. Aan de vermogenszijde zie je hetzelfde patroon: gemiddeld € 470.400 aan woningvermogen versus een mediaan van € 410.500, wat aangeeft dat niet iedereen evenveel voordeel haalt uit de woningmarkt.

Die scheidslijn bepaalt jouw mogelijkheden: met veel woningvermogen maar weinig spaargeld ben je asset-rich maar cash-poor, waardoor verhuizen, zorgkosten of het ondersteunen van kinderen moeilijker worden. Daarnaast drukken schulden de maximale leenruimte; voor iemand met AOW kan dat het verschil maken tussen zelfstandig blijven wonen of gedwongen verkoop.

Als voorbeeld: stel jij hebt een woningvermogen van € 410.500 en een resterende hypotheek van € 127.900, dan is er op papier veel waarde, maar als jouw spaarsaldo rond de mediaan van € 33.600 ligt, blijf je kwetsbaar voor plotselinge uitgaven. Een ander huishouden met € 132.600 totale schuld en slechts € 5.000 aan spaargeld staat financieel aanzienlijk zwakker en heeft praktisch weinig speelruimte om extra kosten of dalende huren op te vangen.

Eindevaluatie: wat betekenen deze cijfers voor de toekomst?

Langetermijnrisico’s en kwetsbaarheid

Ruim 16% van de AOW’ers zat in 2023 in de schulden, met een gezamenlijke schuld van €155,5 miljard; dat betekent dat je niet zelden te maken krijgt met beperkte bestedingsruimte en grotere gevoeligheid voor onverwachte kosten. De kloof tussen gemiddelde schuld (€132.600) en de mediaan van €70.000 duidt erop dat sommige huishoudens relatief licht belast zijn terwijl anderen aanzienlijk kwetsbaar blijven, en een openstaande studieschuld van gemiddeld €19.100 kan bij oudere huishoudens onverwachte druk op je maandbudget veroorzaken. Omdat hypotheekschulden gemiddeld €127.900 zijn en het maximale leenbedrag voor AOW‑ontvangers vaak beperkt is, maakt dit het lastig om te verhuizen of financiële tegenslagen op te vangen zonder externe hulp.

Positieve buffers en praktische implicaties voor jouw keuzes

Gemiddeld vermogen uit de eigen woning bedraagt €470.400 (mediaan €410.500), waardoor veel pensionado’s beschikken over een belangrijke buffer die schuldpositie deels compenseert en mogelijkheden biedt zoals verkopen, verhuizen of omzetten van overwaarde. Tegelijkertijd tonen bank‑ en spaartegoeden (gemiddeld €73.400, mediaan €33.600) dat minstens de helft van de AOW’ers relatief weinig liquide middelen heeft; voor jou betekent dit dat strategische keuzes—zoals het aflossen van dure schulden, het herfinancieren van een hypotheek of het benutten van woningoverwaarde—direct invloed hebben op financiële stabiliteit.

Budget beheer nodig?
Uw Specialist in Budgetbeheer

Samen naar een stabiele financiële toekomst.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Dit is een verplicht veld
Dit is een verplicht veld
Geef een geldig e-mailadres op.
Accepteer de voorwaarden om door te gaan